
Spreekwoorden: (1914)
Den boel opscheppen,d.w.z. alles in rep en roer brengen, een standje maken; drukte maken; stukslaan, kijven, alles het onderste boven smijten (Rutten, 33; 163); syn. van de peentjes opscheppen (in Kmz. 364) of de peultjes opscheppen (V. Ginneken I, 496), 'n bal sloon (N. Taalgids XIV, 196). In Zuid-...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Den boel opscheppen,d.w.z. alles in rep en roer brengen, een standje maken; drukte maken; stukslaan, kijven, alles het onderste boven smijten (Rutten, 33; 163); syn. van de peentjes opscheppen (in Kmz. 364) of de peultjes opscheppen (V. Ginneken I, 496), 'n bal sloon (N. Taalgids XIV, 196). In Zuid-...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.